Doorgaan naar hoofdcontent



Muzische vorming: een paar ideetjes van Emy Geyskens om met boek en musical aan het werk te gaan in de klas

Het Leesdagboek...

... is een schriftje, waarin de kinderen opschrijven welke verhalen/boeken ze gelezen of gehoord hebben. Ze vermelden telkens de datum, de titel, de schrijver en schrijven erbij waarover het boek ging en/of wat ze vonden van het boek. Ze kunnen op de rechterkant telkens deze bespreking maken, en op de linkerkant plaats overlaten om er een tekening bij te maken.

Wat meer uitleg:
De kinderen werken thuis in het schriftje, of op school wanneer er de tijd voor is (bijvoorbeeld als extra activiteit). Wanneer ze thuis zelf een boekje/strip/verhaal hebben gelezen, of zijn voorgelezen, dan kunnen ze dit erin schrijven en erover tekenen. Na afloop van het voorleesmoment schrijven de kinderen de naam van het hoofdstukje op en wat er precies gebeurd is. De kinderen noteren telkens ook expliciet de datum erbij. Er zou dan voor alle kinderen zo’n leuk schriftje voorzien kunnen worden. Deze schriften kunnen geplaatst worden in een rek op de leeszolder, zodat de andere kinderen deze van elkaar kunnen lezen. Zo weten ze wat de leeftijdgenootjes (minder of heel) leuk vinden! Ze kunnen dan eens kijken in de schriftjes van elkaar, en wie weet krijgen ze wel eens zin om het verhaal/boek dat een leerling gehoord of gelezen heeft, zelf ook te gaan lezen?! Daarom is een duidelijke vermelding van de juiste titel en de schrijver ook belangrijk en noodzakelijk.
Het zou kunnen dat een schriftje gauw vol geraakt: proficiat!! Begin gerust aan een nieuw schriftje! Ook zou het fijn zijn dat het schriftje aan de buitenkant mooi versierd is. De kinderen bedenken een leuk voorblad voor hun schriftje (eventueel plastificeren van de voorkant?!).
***

Gedichtendoos en krantje in de school

1. Er wordt een gedichtendoos in de school geplaatst.

2. Deze gedichtendoos mag volgestopt worden met gedichten van de kinderen over alle denkbare thema’s, maar wordt extra in de verf gezet gedurende bijvoorbeeld de Vredesweek.

3. De andere leerkrachten krijgen nog eens allemaal een briefje mee in hun bakje, om hun leerlingen gedurende deze week extra attent te maken op de waarde van de gedichtendoos. De leerlingen gaan nu dichten.

4. De gedichten worden in een speciaal gedichtenkrantje gedrukt en worden uitgehangen rond, boven, onder de gedichtendoos!

5. Dit gedichtenkrantje wordt dan mee naar huis genomen, en zo kunnen de ouders ook de gedichten lezen van de kinderen (en van andere dichters). Dit verhoogt de betrokkenheid van de ouders met de school, het schoolse leven van hun kind, maar zeker ook met de Nederlandse taal!

6. In dit krantje kan bijvoorbeeld ook een boek in de kijker gezet worden. Eentje dat de kinderen kunnen presenteren op het maandmoment, of misschien eentje dat ze in de klas gehoord hebben, of waarom niet een dat ze nog niet gehoord hebben?!

7. Er kan ook een kort voorleesverhaaltje in gepubliceerd worden. Dit kunnen de ouders dan misschien voorlezen aan hun kinderen (zo moeten ze zelf niet op zoek gaan naar een geschikt verhaal). Of de kinderen kunnen dit misschien zelf eens voorlezen aan hun ouders?! Of aan jongere broers/zussen?!

8. Het wordt een krantje waarmee de kinderen, ouders, en leerkrachten echt kunnen werken. Literatuur voor en door de kinderen in overvloed!

Reacties

Contact